Hoofdstuk 1 Introductie en basisprincipes Flashcards

1
Q

Wanneer wordt er gesproken van digitale multimedia?

A

Wanneer tekst, geluid, afbeeldingen, etc. door een computer als data kunnen worden behandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee modellen worden onderscheiden voor het combineren van verschillende media?

A
  • Paginagebaseerde - Page-based

- Tijdgebaseerde - Time-based

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is spatiële rangschikking?

A

Een rangschikking van elementen met een plaats in een bepaalde ruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn hypermedia?

A

Gelinkte paginagebaseerde multimediaproducties. Zoals het world wide web

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem een andere term voor tijdsgebaseerde productie

A

Multimediale presentatie. Meerdere elementen worden gedurende dezelfde tijd tegelijk afgespeeld. Zoals een soundtrack die afspeelt tijdens een animatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen non-lineair en lineair?

A
  • bij non-lineair kan de gebruiker zelf kiezen welke volgorde hij iets bekijkt of luistert.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn binaire getallen?

A

1 en 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn bits en bytes?

A

Bits zijn dataeenheden met maar 2 toestanden aan ene uit, ofwel 1 en 0.
Bytes zijn opgebouwd uit series van 8 bits.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee stappen worden genomen bij het digitaliseren van een continu signaal, zoals bv. een geluidssignaal

A
  • Samplen de tijd wordt eerst in stukken gedeeld.

- Kwantificeren is een vaste set van discrete waarden bepalen voor het signaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is ondersampling?

A

Dat er te weinig waarden zijn vastgelegd, en dus moet er te veel ruimte tussen deze punten worden ingevuld en wordt reconstructie steeds moeilijker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is Nyquist Rate?

A

Die bepaald dat we snapshots moeten nemen met een frequentie van minimaal 2n om een weergave te krijgen, die zo is dat we de losse beelden niet meer met het oog kunnen onderscheiden, maar dat het lijkt of de opname continue is en er een film afgespeeld wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem twee voorbeelden van inadequaat samplen.

A
  • Aliasing

- Posterisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een nadeel van compressie zonder verlies?

A
  • Het kost aardig wat berekeningen om het te bereiken

- en als een afbeelding weinig rijen van pixels in eenzelfde kleur bevat, is het niet zo effectief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is rendering?

A

-Het proces om een pixelpatroon te genereren vanuit een model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke twee soorten afbeeldingen worden onderscheiden?

A
  • Bitmapafbeeldingen

- Vectorafbeeldingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn metadata?

A

Informatie die over de data gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Analoog naar digitaal omzetter; analogue to digital convertor

A

ADC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

American Standard Code for Information Interchange: de meest gebruikte karaktersetstandaard

A

ASCII

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Vervorming van bijvoorbeeld beeld of geluid als gevolg van ondersampling

A

Aliasing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Kunstmatig gemaakte opeenvolging van frames met afbeeldingen die de illusie van beweging creëeren

A

Animatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Kleinste data-eenheid in een computer kan een waarde van 1 of 0 hebben

A

Bit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Een afbeelding die wordt gemodelleerd door een reeks kleurwaarden voor een raster van pixels

A

Bitmapafbeelding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Eenheid van 8 bits

A

Byte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Compressor/decompressor; software die de compressie en decompressie van data uitvoert.

A

Codec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Bewerking waarin programmacode wordt omgezet naar direct door de computer uit te voeren commando’s zoals een serie commando’s voor het afspelen van een filmpje. Na compilatie is het niet meer mogelijk om de losse frames van het filmpje te bewerken, omdat deze door compilatie een geheel zijn geworden.

A

Complileren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Een bewerking die wordt uitgevoerd op data om de benodigde opslagruimte voor deze data te reduceren

A

Compressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Het bewerken van gecomprimeerde data zodat de data kunnen worden weergegeven.

A

Decompressie

28
Q

Het digitaal maken van analoge data

A

Digitalisatie

29
Q

Veelgebruikte metadatastandaard waarmee verschillende typen data kunnen worden beschreven

A

Dublin Core

30
Q

Het tegengestelde van statische media. De term wordt gebruikt om een breed spectrum van verschillende media aan te duiden die willekeurige volgorde kunnen worden opgeroepen, op welk willekeurig moment. De ontvanger/gebruiker staat centraal, hij/zij bepaalt dit in tegenstelling tot statische media, waarbij volgorde en moment meestal vastliggen.

A

Dynamic Media

31
Q

Exchangeable Image File Format; veelgebruikte metadatastandaard voor digitale foto’s met gegevens van bijvoorbeeld de datum van een opname, de sluitertijd etc.

A

Exif

32
Q

Aankondiging van een reeks nieuwe of bijgewerkte mediabestanden, die bijvoorbeeld via RSS of een podcast op te vragen zijn. Een dergelijke feed wordt regelmatig verstuurd aan gebruikers die geabonneerd zijn op de feed, om deze gebruikers op de hoogte te stellen van de nieuwe webpagina’s, films, audiobestanden, etc. die beschikbaar zijn op een bepaalde website.

A

Feed

33
Q

Een typografische term om een set letters en lettertekens mee weer te geven. “Times New Roman” en “Arial” zijn bekende voorbeelden van fonts.

A

Font

34
Q

Wiskundig model dat het frequentiedomein van een geluidsgolf berekent.

A

Fouriertransformatie.

35
Q

Een verzameling van alle frequenties en geluidsstrektes die voorkomen in een geluidsfragment.

A

Frequentiedomein

36
Q

Grafiek van het frequentiebereik van geluid

A

Frequentiespectrum

37
Q

De snelheid waarmee afbeeldingen achter elkaar moeten worden vertoond, waarbij de toeschouwer niet meer de individuele afbeeldingen ziet, maar een film

A

Fusion frequency

38
Q

Grieks woord voor “teken”; een vorm waarin een karakter wordt weergegeven ff

A

Glyph

39
Q

Een stuk tekst dat een link bevat naar een ander stuk tekst, om op deze manier tekstpagina’s aan elkaar te linken.

A

Hypertekst.

40
Q

Gelinkte paginagebaseerde multimediaproducties

A

Hypermedia

41
Q

Bewerking waarbij een programmacode word gelezen door een ander programma, dat de code tijdens de uitvoering omzet naar door de computer uit te voeren commando’s

A

Interpreteren

42
Q

Overzicht van een reeks karakters en de nummers waarmee elk karakter gerepresenteerd wordt.

A

Karakterset

43
Q

Vanuit de werkelijkheid gecreëerde opeenvolgingen van frames

A

Live action

44
Q

Aanduidingen die de soort data beschrijven, zoals aanduidingen van auteur, regisseur, titel, uitvoerend artiest, samenvatting e.d. bij webpagina’s, filmfragmenten, geluidsfragmenten, etc.

A

Metadata`

45
Q

MPEG-2 Layer 3 Audio; de meest bekende vorm om een audiobestand mee op te slaan, ofwel een vorm van audiocompressie

A

MP3

46
Q

Elke combinatie van twee of meer media, weergegeven in digitale vorm, voldoende geïntegreerd om door een interface gepresenteerd te worden, of gemanipuleerd door een computerprogramma.

A

Multimedia

47
Q

Het ontbreken van een duidelijke volgorde van begin tot eind in media.

A

Non-lineariteit

48
Q

Minimale samplingfrequentie voor ene goede weergave van analoge afbeeldingen, geluid of video die wordt gedigitaliseerd.

A

Nyquist Rate

49
Q

Het vastleggen van te weinig data voor een goede weergave van digitale afbeeldingen, geluid of video.

A

Ondersampling

50
Q

Een weergavemodel voor multimedia waarbij tekst, afbeeldingen en video in een tweedimensionale vorm worden weergegeven, zoals in een boek of een tijdschrift

A

Page based media

51
Q

Portable Document Format; documentformaat dat de exacte positie van elke glyph vastlegt

A

PDF

52
Q

Punt op een beeldscherm dat een bepaalde kleur kan aannemen

A

Pixel

53
Q

Distributiemethode voor digitale audiobestanden, waarbij gebruikers zich abonneren op een regelmatig bijgewerkte feed.

A

Podcast

54
Q

Onjuiste kleurweergave door inadequaat samplen

A

Posterisatie

55
Q

Het terugbrengen van de gemeten waarden van een signaal tot een vaste set niveaus

A

Quantization

56
Q

Onjuiste geluidsweergave door inadequaat samplen

A

Quantization noise

57
Q

Resource Description Framework; metadata-standaard die wordt gebruikt om relaties tussen pagina’s te beschrijven.

A

RDF

58
Q

Een berekening om te bepalen hoe de lijnen en punten uit een vector afbeelding als pixels moeten worden weergegeven op het beeldscherm.

A

Rendering

59
Q

Het aantal pixels dat een apparaat kan vertonen per lengte-eenheid

A

Resolutie

60
Q

Het meten van de waarden van een signaal met vaste tussenpozen

A

Sampling

61
Q

Stelling dat als het component met de hoogste frequentie fh is, het signaal goed kan worden gereconstrueerd als het is gesampled met een frequentie die groter is dan 2fh

A

Sampling theorema

62
Q

Media die de ontvanger/gebruiker in een vaste volgorde, en soms ook op een vast tijdstip, ontvangt. Centraal staat de zender van de informatie; die bepaalt in welke volgorde en soms ook op welke tijd de gebruiker de informatie krijgt aangereikt

A

Static media

63
Q

Het beschrijven van objecten (een stuk tekst een filmpje, een webpagina etc.) met een sleutelwoord of korte zin. Door het toevoegen van een “tag” kan het object snel worden teruggevonden, of kan betekenis, het doel, het gebruik etc. van het object duidelijk worden gemaakt

A

Tagging

64
Q

Media die veranderen met het verloop van een tijd (zoals video, audio en animatie)

A

Time-based media

65
Q

Een afbeelding die wordt opgeslagen als een wiskundige beschrijving van de lijnen, bochten en vormen die samen de afbeelding vormen.

A

Vectorafbeelding

66
Q

Wat is het verschil tussen een multimediaproductie en een multimediaaplicatie

A

Multimediaproductie- Hier is presenteren van de media het doel.
Multimediaaplicatie - Hier gaan berekeningen achter schuil

67
Q

Wat is het verschil tussen multimedia en multiple media

A

Bij multiple media switcht de gebruiker tussen de verschillende media.
Bij multimedia worden de media op natuurlijke wijze gecombineerd.