Hoofdstuk 18 Vreemde valuta part II Flashcards Preview

OAT (EV) > Hoofdstuk 18 Vreemde valuta part II > Flashcards

Flashcards in Hoofdstuk 18 Vreemde valuta part II Deck (13)
Loading flashcards...
1
Q

Wanneer is er sprake van rechtstreekse buitenlandse activiteiten?

A

Als de buitenlandse activiteit door de deelnemer wordt beschouwd als een verlengstuk van zijn eigen activiteiten: hij ziet de activa, verplichtingen, baten en lasten van de buitenlandse deelneming dan als die van hemzelf.
De functionele valuta van z’n onderneming is gelijk als die van de Nederlandse moeder.

2
Q

Wanneer is er sprake van zelfstandige buitenlandse eenheden?

A

Het aangaan van verplichtingen, de financiering en de verkoop met name plaatsvinden in de lokale valuta. De functionele valuta van de buitenlandse deelneming is dan een andere dan die van de Nederlandse moeder. De bedrijfsuitoefening in het buitenland vindt dan zelfstandig plaats en de geldstromen tussen de moeder en de buitenlandse eenheid zullen van ondergeschikte betekenis zijn en derhalve voornamelijk bestaan uit dividenden.

3
Q

Wanneer wordt de temporal methode gebruikt?

A

Voor de situatie dat de functionele valuta van de buitenlandse deelneming gelijk is aan die van de Nederlandse moeder, schrijven de IASB en de RJ een set omrekenings-regels voor, waarvan het geheel bekend staat als het temporal principe. (ook wel ‘tijdstipmethode’ genoemd)

4
Q

Wanneer wordt de temporal close-rate method gebruikt?

A

Het totaal van de omrekeningen-voorschriften van de IASB en de RJ gehanteerd moet worden in geval de functionele valuta van de buitenlandse deelneming verschilt van die van de Nederlandse moeder, worden gewoonlijk aangeduid als de closing-rate method.

5
Q

Wat zijn de omrekenings-voorschriften die betreffen de BALANS volgens de temporal principle?

A
  • Monetaire activa (vorderingen en liquide middelen) en monetaire passiva (voorzieningen en schulden) worden omgerekend tegen de koers op balansdatum;
  • Voor materiële activa (vaste activa en voorraden) is de omrekening afhankelijk van de toegepaste grondslag van waardering en winstbepaling van die activa.
  • Gaat de moeder uit van historische kosten, dan moet in het verlengde daarvan voor de omkering uitgegaan worden van de koers die gold op moment van aankoop van het activum.
  • Hanteert de moeder de actuele waarde als grondslag, dan dient voor de omrekening gebruikgemaakt te worden van de koers op balansdatum.
6
Q

Wat zijn de omrekenings-voorschriften die betreffen de RR volgens de temporal principle?

A
  • De posten in de RR die samenhangen met de materiële activa (afschrijvingen en kostprijs verkopen), worden omgerekend tegen de koersen die golden op moment van aankoop van de betreffende activa (in geval van historische kosten) of tegen de koers per balansdatum ( bij actuele waarde)
  • De overige posten van de RR worden omgerekend tegen de koers die gold op het moment waarop de transactie zich voordeed.
7
Q

Wat is het sterke punt van het temporal principle?

A

Dat het neutraal werkt ten opzichte van de gekozen grondslagen van waardering en winstbepaling; dit betekent een consistente toepassing van de gekozen grondslagen. De consequentie is wel dat - afhankelijk van de monetaire positie en de ontwikkeling van de valutakoersen - in de resultatenrekening omrekeningswinsten kunnen zijn opgenomen, die nog niet gerealiseerd zijn.

8
Q

Wat zijn de omrekenings-voorschriften die betreffen de BALANS volgens de ‘closing-rate method’?

A

Activa en verplichtingen worden ongerekend tegen de actuele koers per balansdatum

9
Q

Wat zijn de omrekenings-voorschriften die betreffen de RR volgens de ‘closing-rate method’?

A

De posten van de resultatenrekening worden omgerekend tegen koersen op moment van transactie. In de praktijk wordt als benadering hier veelal de gemiddelde koers over de verslagperiode genomen; dit wordt door de IASB en de RJ toegestaan, mits dit niet leidt tot grote verschillen ten opzichte van de verwerking tegen koers op het moment van het aangaan van de transacties.

10
Q

Waar wordt de omrekeningsverschillen verwerkt bij ‘closing-rate method’?

A

De omrekeningsverschillen worden rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt.

11
Q

Wat is de voordeel van de ‘closing-rate method’?

A

Voordeel van de ‘closing-rate method’ is de betrekking eenvoud van het systeem.

12
Q

Wat betekent “first restate, then translate”?

A

De IASB en de RJ schrijven voor dat de jaarrekeningen in landen met hyperinflatie dienen te worden aangepast aan de invloed van prijswijzigingen, voordat omrekening plaatsvindt.

13
Q

Waarom wordt in de praktijk voornamelijk de closing-rate method toegepast?

A

In de praktijk wordt voornamelijk deze methode toegepast, aangezien de functionele valuta van buitenlandse deelnemingen veelal een andere dan die van de Nederlandse moeder is en buitenlandse deelnemingen derhalve veelal beschouwd worden als zelfstandige buitenlandse eenheden.