H12 - Digital analytics Flashcards Preview

BLOK 3 Online Marketing > H12 - Digital analytics > Flashcards

Flashcards in H12 - Digital analytics Deck (52)
Loading flashcards...
1
Q

Wat moeten organisaties doen om online marketingactiviteiten goed te kunnen controleren en bij te sturen?

A

Van tevoren vaststellen wat de kernprestatie-indicatoren zijn (KPI’s)

2
Q

Wat zijn belangrijke KPI’s voor de fase ‘bezoek’ (de trechter van online marketing) (3)

A
  • Het bereik
  • De klikratio
  • Acquisitiekosten
3
Q

Bereik formule

A

Bereik = aantal unieke gebruikers van de website in periode T / totaal aantal unieke gebruikers in de doelgroep

4
Q

Klikratio formule

A

Klikratio = aantal kliks / aantal vertoningen

5
Q

Acquisitiekosten

A

Acquisitiekosten zijn de kosten per klik of vertoning. De kosten van een individuele uiting, bijv. een banner, worden uitgedrukt in CPM (kosten per duizend vertoningen) of CPC (kosten per klik).

6
Q

CPM formule

A

CPM = kosten van de uiting / (0,001 x het aantal vertoningen)

7
Q

CPC formule

A

CPC = Kosten van de uiting / aantal kliks

8
Q

Kosten per contact formule

A

Kosten per contact = marketinguitgaven in periode T / bezoekers in periode T

9
Q

Connectieratio

A

Dit is het werkelijke aantal mensen dat een pagina bezocht, in tegelstelling tot het aantal mensen dat wel klikte, maar de pagina niet bezocht.

10
Q

Retentie

A

Retentie is de mate waarin de site de bezoekers vasthoudt

11
Q

Weigeringspercentage (bounce ratio)

A

Het percentage bezoekers dat we website vrijwel direct weer verlaat

12
Q

Focus formule

A

Focus = gemiddeld aantal pagina‟s bezocht in een bepaalde sectie van de website / totaal aantal pagina‟s in die sectie

13
Q

Wat geeft de personalisatie-index aan?

A

De personalisatie-index geeft aan in hoeverre de bezoeker persoonlijk wordt benaderd, de versheidsfactor meet hoe vaak de website wordt geactualiseerd. Dit zijn intern gerichte prestatieindicatoren.

14
Q

Personalisatie-index formule

A

Personalisatie-index = aantal profielelementen gebruikt in de interactie met de bezoeker / aantal pagina‟s in de sectie

15
Q

Versheidsfactor

A

Versheidsfactor = gemiddeld aantal keer dat een sectie van een website wordt vernieuwd / gemiddeld bezoekfrequentie van de sectie

16
Q

Abandondent- of stopzettingsratio

A

Een indicator van het aantal mensen dat wel heeft besloten tot een aanschaf, maar om welke reden dan ook van de koop afziet, is de abandonment- of stopzettingsratio. Dit is het percentage bezoekers dat een bepaalde stap op weg naar de bestelling niet afrondt. Denk aan cart abandonment rate, hierbij wordt een winkelwagen gevuld, maar wordt de bestelling niet afgerond.

17
Q

Cart abandonment rate formule

A

Cart abandonment rate = aantal bezoekers dat het winkelwagentje vult, maar niet bestelt / het totaal aantal bezoekers dat het winkelwagentje vult in periode T

18
Q

Velocity

A

Dit is de snelheid waarmee de gemiddelde koper zich van één stap in de trechter van online marketing naar de volgende beweegt

19
Q

Wat drukt de conversieratio in de fase ‘bestellen’ uit?

A

Welk percentage van de bezoekers een bestelling plaatst. Wanneer het niet om een webshop gaat, kan de conversieratio bijv. het percentage bezoekers zijn dat solliciteert, een brochure aanvraagt of zich inschrijft voor een nieuwsbrief

20
Q

Conversieratio formule

A

Conversieratio = aantal bezoekers dat een doel realiseert in periode T / totaal aantal bezoekers in periode T

21
Q

CPS (cost per sale)

A

CPS (cost per sale) = kosten van de uiting / aantal verkochte producten

22
Q

Yield

A

De Yield meet hoe goed de organisatie is, in het bereiken van de verkoopdoelstellingen. Met behulp van de Yield kan de online marketeer verschillende merken, producten of distributiemerken met elkaar vergelijken

23
Q

Netto Yield formule

A

Netto Yield = totale marketingkosten in periode T / totale online omzet in periode T

24
Q

Formule check out abandonment rate

A

Check out abandonment rate = aantal bezoekers dat een bestelling niet volledig afrond / het totaal aantal bezoekers dat een product bestelt in periode T

25
Q

Naar welke 4 indicatoren kijkt de online marketeer om de loyaliteit vast te stellen?

A
  • Frequentie
  • Recentheid
  • Gebruiksduur
  • Monetaire waarde
26
Q

Recentheid

A

Dit is de tijd tussen bezoeken aan de website en er wordt beschreven hoe lang geleden de bezoeker op de site actief is geweest

27
Q

Gebruiksduur

A

Dit is het aantal uren dat een bezoeker besteedt op de website per bezoek

28
Q

Monetaire waarde

A

Dit is het bedrag dat een bezoeker uitgeeft binnen een periode

29
Q

Frequentie formule

A

Frequentie = aantal bezoeken in periode T / aantal unieke gebruikers in T

30
Q

Recentheid formule

A

Recentheid = de tijd die is verlopen sinds het laatste bezoek

31
Q

Gebruiksduur

A

Gebruiksduur = de totale hoeveelheid tijd besteed op de website / het aantal bezoeken in periode T

32
Q

Monetaire waarde formule

A

Monetaire waarde = (het aantal bestellingen x de gemiddelde prijs van de bestellingen) / per periode

33
Q

Plakkracht/stickyness

A

Een indicator voor de mate waarin bezoekers aan een website zijn gebonden, is de plakkracht / stickyness.

Plakkracht = frequentie x gebruiksduur x totaal bereik van de site in periode T

34
Q

Uitputting/attrition

A

Uitputting / attrition komt voor als na een vastgestelde tijdsperiode een klant niet actief meer is, terwijl dat voor die tijd wel het geval is

35
Q

Churn

A

Churn is een indicator voor het aantal vertrokken websitegebruikers in een bepaalde periode.

Churn = totaal aantal vertrokken websitegebruikers in periode T / totaal aantal gebruikers in periode T

36
Q

Wat is een bezoeker?

A

Een bezoeker is iemand die in een periode van dertig dagen voor het eerst op de website komt. Komt deze bezoeker binnen dertig dagen nog een keer terug dan is het één bezoeker met twee bezoeken.

37
Q

Wat is een bezoek?

A

Een bezoek is iemand die tijdens een sessie van 1.800 seconden (= half uur) op een website komt en binnen die 1.800 seconden activiteiten verricht op de website. Wanneer iemand na een half uur weer op de website komt, dan wordt dat geregistreerd als een nieuw bezoek maar nog steeds als één bezoeker.

38
Q

Webanalytics bevat een aantal basiswaarden die je helpen als online marketeer of webanalist om goed onderbouwde keuzes te maken (4)

A
  1. Bouncherate
  2. Het percentage nieuwe bezoekers
  3. Het aantal pagina’s per bezoeker
  4. De gemiddelde duur van een bezoek
39
Q

Wat zijn verkeersbronnen?

A

Verkeersbronnen zijn de herkomstbronnen van de bezoekers van de website van de organisatie: plaatsen waar doorklikmogelijkheden naar de website staan

40
Q

Welke 3 groepen verkeersbronnen zijn er?

A
  1. Direct verkeer – dit zijn bezoekers die direct het webadres van een website invullen in de adresbalk van de browser, ook favorieten valt hieronder
  2. Verwijzend verkeer – dit is bezoek dat via een link op een andere website komt
  3. Zoekmachines – verkeer uit organische resultaten (SEO) en de betaalde resultaten (SEA)
  4. (Overige bronnen – nieuwsbrieven, affiliatenetwerken en conversieattributie)
41
Q

Hoe scoren bedrijven die niet veel met SEO doen, gezien verkeer uit organische resultaten?

A

Bedrijven die niet veel met SEO doen, zullen beter scoren met deze verkeersbron dan bedrijven die wel veel met SEO doen. Als een website niet heel veel doet met SEO, dan zal een website doorgaans op de bedrijfsnaam of een variant daarvan gevonden worden. Bezoekers die deze zoekterm gebruiken, hebben echt de intentie om de website te bezoeken en zullen dus over het algemeen langer op de website blijven en een lagere bouncerate hebben.

42
Q

Longtail

A

Dit zijn bezoekers die zoeken op specifieke zoektermen i.p.v. algemene zoektermen.

43
Q

Displaynetwerk

A

Dit is een betaalde vorm van adverteren die alles omvat dat buiten de zoekmachines ligt

44
Q

Hoe herken je typen bezoekers?

A

Online engagement is hiervoor het antwoord. Met online engagement ga je als het ware punten toekennen aan de bezoeker. Elke gedraging kan punten opleveren. Denk aan het inschrijven voor een nieuwsbrief, het bezoeken van een specifieke pagina, het langdurig bezoeken van een bepaalde pagina, het „liken‟ van een product of het „tweeten‟ van een bericht.

45
Q

Welke 4 ratio’s zijn er?

A
  1. Conversieratio
  2. Versterkingsratio
  3. Applausratio
  4. Economische waarde
46
Q

Conversieratio

A

Dit is het aantal reacties op een bericht van de organisatie

47
Q

Versterkingsratio

A

Dit is het aantal keren dat een bericht wordt doorgestuurd. Denk aan retweeten of delen op Facebook

48
Q

Applausratio

A

Dit meet het aantal keer dat mensen een positieve beoordeling hebben gegeven aan een bericht. Denk aan het aantal likes per bericht

49
Q

Economische waarde

A

Om dit te berekenen, moet je de opbrengsten op de korte- en lange termijn bij elkaar optellen, daaraan eventuele kostenbesparingen toevoegen en dan de kosten van actieve social-mediamarketing eraf trekken. Dan weet je wat de investering in social media oplevert

50
Q

Webanalytics is een onmisbare spil in het optimaliseren van een website en traffic naar een website. Het OTA-model geeft dit weer. Wat betekend OTA?

A
  • Traffic (verkeer)
  • Analyse (analyseren)
  • Optimize (optimaliseren)
51
Q

OAMM

A

Het Online Analytics Maturity Model (OAMM) is een methode om in beeld te brengen waar organisaties staan met online analytics en wat een bedrijf eraan kan doen om dit te optimaliseren

52
Q

Online Analytics Maturity Model kijkt naar een zestal aandachtsgebieden waarbij in vijf niveaus de balans wordt gezocht tussen deze aandachtsgebieden. Wat zijn de aandachtsgebieden? (6)

A
  1. Management, toezicht & adoptie
  2. Doelstellingen
  3. Reikwijdte
  4. Team & expertise
  5. Continu verbeteringsproces & -methodologie
  6. Tools, technologie & data-integratie